Geschiedenis

GESCHIEDENIS



De "Molosse du Tibet" is de gemeenschappelijke voorvader die aan de oorsprong ligt van de huidige Pyreneese Berghond. Dit ras heeft zich ontwikkeld op de hoge plateaus van Centraal Azië, daarna volgens de migratie in Midden Azië, Oost en Centraal Europa.


 

Decennia al heeft de Pyreneese Berghond de mooie bijnaam van "Patou". Geef toe voor een hond van meer dan 70 cm met zijn weelderige witte vacht, niet zo een evidente keuze. In de Pyreneeën zelf noemt men hem dan ook "Le Montagne". Elegant en edel.

 

De ruwheid van de hoogten en het isolement van zekere valleien, passen als een handschoen bij dit trouwe, weinig gekende dier, dat voldoende goed-aardigheid uitstraalt. Doch schijn kan bedriegen, de Pyreneese Berghond is geen vleier zoals een Labrador, hij is vooreerst een verdedigings- en bewakingshond.


De Pyreneese Berghond heeft onverwachte bekendheid genoten in 1675, toen Mevrouw Maintenon een reis naar het kuuroord van Barèges maakte en de jonge Hertog van Maine vergezelde. Hij was de zoon van Lodewijk de 14de. Hij was toen acht jaar en zij stond in voor zijn opvoeding.

De jonge Hertog sloot vriendschap met een "Patou" en wilde hem meenemen naar Versailles. Twee jaar later werd de Markies van Louvois, die ook een kuur volgde in deze streek, eigenaar van een hond van één jaar oud. Volgens de geschiedenisboeken was het een prachtige hond, die aan het hof heel wat indruk maakte. De eerste beschrijving van een Pyreneese Berghond dateert dan ook uit die periode.


 

De Pyreneese Berghond genoot vanaf dan een zeker succes, zoals een schilderij van François Desportes (1661-1743), officieel schilder van jachttaferelen en de koninklijke honden, getuigt. Dit schilderij toont ons twee honden die weerstand bieden aan een wolf. De Pyreneese Berghond werd uitgeroepen tot Koninklijke hond en vele hovelingen vonden het een uiting van hun goede smaak om  Pyreneese Berghond te hebben, zodat die hun verblijven in Parijs en hun kastelen in de provincies konden bewaken.


 

Het is pas in de 19de eeuw dat we meer bewijzen vinden over de Pyreneese Berghond. We vinden deze bewijzen o.a. bij Franse en buitenlandse hondenkenners, maar ook uit reisverslagen, reportages, artikels, etsen, postkaarten etc. De Pyreneese Berghond vinden wij er regelmatig op terug met zijn meest essentiële taak: het bewaken van kudden. Bij de bergbewoners ziet men de zaken realistischer in. Zulke honden fokken/bezitten is zich voorzien van goede bewakers, als ze tenminste van een goede lijn afstammen.


 

Vanaf 1850 ongeveer gaat de bekendheid van de Pyreneese Berghond definitief over zijn voorvaderlijke weide-grenzen want de hondenkenners beginnen zich te interesseren voor het ras. Tijdens de eerste Franse tentoonstelling, ingericht door de Keizerlijke Maatschappij ter Erkenning in 1863 in de Orangerie, worden meerdere honden tentoongesteld en twee van hen vallen zelfs in de prijzen. Bij de tweede tentoonstelling, in 1865 te Parijs, schrijft de Engelse hondenkenner Richardson: de meest opmerkelijke hond onder de waakhonden zijn de Pyreneese Berghonden. Groot van gestalte, hun vacht is redelijk hard, nogal lang en dik, ze hebben afhangende oren en een blanke vacht met grote oranje, bruine of grijze vlekken, vooral aan het hoofd en de nek. Hun staart is heel dicht en dik en ze hebben dubbele St-Hubertusklauwen.


 

In 1874 schrijft Kermadec, hondenkenner, in zijn krant "De erkenning" over de gevaren van verbastering en het minderen in aantal die het ras bedreigen. Dit type, misschien wel de mooiste onder de Franse waakhonden, is zoals alle berghonden opmerkelijk door zijn sterkte en waakzaamheid. Vroeger was hij verspreid in de streek van de Pyreneeën gelegen tegen het departement van de Ariège en de stadstaat Andorra, maar nu schijnt hij daar zeer zeldzaam te zijn. Gelukkig waren deze voorstellingen zeer pessimistisch, omdat men nu nog altijd heel typische zuivere honden vindt.


 

In zijn geboortestreek werd de Pyreneese Berghond gedurende eeuwen gebruikt voor het bewaken en beschermen van kuddes tegen beren, wolven, lynxen en zelfs tegen stropers. Zijn imposante verschijning moest voorkomen dat deze roofdieren een dier van de kudde stalen, zelfs vermijden dat ze nog maar in de buurt kwamen en de dieren opjoegen zodat ze in een kloof zouden vallen. Als de kudde en de herder gingen slapen, nam de Pyreneese berghond de wacht (voorzien van een brede halsband in metaal met rijen lange pinnen). Hij zocht een strategische plaats (een klein heuveltje vanwaar hij de omgeving bewaakte), en hij deed regelmatig zijn rondes terwijl hij zwaar blafte om mogelijke aanvallers af te schrikken en een aanval af te raden. Hij was steeds een nachthond die tijdens de dag diskreet en kalm en zelfs slaperig overkomt, maar bij het minste onraad paraat was. Zijn doeltreffendheid was voorbeeldig. Eén enkele Pyreneese berghond was voldoende om een wolf of lynx op de vlucht te jagen. Maar meestal vergezelden twee honden de kudde. De echo van hun doffe blaf weergalmde in de valleien en ontraden het de wolven en de beren dichter te komen. De Pyreneese Berghond gebruikte een speciale techniek om deze laatste vijand te bestrijden: als de beer rechtkwam op zijn achterste poten viel de hond hem aan in zijn geslachtsorgaan om hem zo buiten strijd te stellen. Gedurende deze tijd sliep de herder de ganse nacht in een soort alkoof. Overdag liet hij het werk over aan zijn maatje, de kleine Pyreneese herdershond, die de kudde dan onvermoeibaar samenhield.


 

We kunnen stellen dat voor de oorlog alle boerderijen in de Pyreneeën hun Pyreneese Berghond en herdershond hadden. Hij blijft een belangrijke rol spelen in het voorkomen van aanvallen van troepen zwervende honden, vossen en zelf tegen everzwijnen. Meer nog. Er zijn nog grote kuddes schapen in de Lage Pyreneeën. De berghonden hebben hun gewoontes aangepast. Elke morgen begeleiden zij, alleen, de kuddes de bergen in en rond 17 uur brengen zij ze terug naar het huisje van de herder. Het is dan onmogelijk de kudde op minder dan 50 meter te benaderen. Van het moment van hun thuiskomst zijn het de kleine herdershonden die de kudde naar de melkstal loodsen. Deze kwaliteiten worden bevestigd vanuit andere bergstreken zoals Canada en de Verenigde Staten waar hij in concurrentie met andere rassen uitstekend zijn kwaliteiten bewezen heeft, zelfs in zeer delicate situaties ( het verhaal van een hond " Ben " doet de ronde, die een poema van 75 kg overwon).


 

Sinds enkele jaren loopt er een bekendmakingsprogramma in Israël in de strijd tegen de jakhals en het luipaard. Tot nu toe vonden de Israëlieten geen honden om hun kuddes runderen in hun immense territorium te beschermen. Zestig honden werden er geplaatst en het ziet er naar uit dat het sterftecijfer van de runderen daalt. In Canada worden ze ook voor de kuddes gebruikt. Tenslotte, de Franse boeren van de Ardèche en de Lozère beginnen hem ook te gebruiken. Een programma werd opgestart met de directie der fokkers en de RACP.